WildenborchQuiz

Het Galgengoor

Wat een rare naam, Galgengoor.
Gaan goor en galg eigenlijk wel samen?
En dan die Galgengoorweg. Wanneer ontstond die en wanneer kreeg die zijn naam? Is die weg eigenlijk niet te lang?

De Galgengoorweg

De Galgengoorweg loopt van de Oude Zutphenseweg bij de begraafplaats van Vorden met een grote boog naar de Wildenbochseweg bij de Wildenborcherhof, tegenover de Giezenkampweg. Met 4,7 km is dat een van de langste wegen in het buurtschap.
Als ik kijk op de Hottinger-kaart uit 1773 dan is De Lochemer Heide een grote leegte.
Er staat in het zuidwesten een stuk moeras aangegeven, een goor, met daar in de buurt drie boerderijen (zie het detail rechts). Geen wegen, paden, karrensporen of wat ook te zien. Alleen lege heide.
De weg van Vorden naar Lochem gaat bijna via Wientjesvoort, onderlangs De Belten, door
De Bronsbergen en langs de heuvels bij de Gageldijk. Over de hoger gelegen gronden en niet door de nattigheid van Het Goor en Het Seck (Het Lochemer Veen).
Toch is er al in 1568 een vermelding waarin ene “Karsken Enserinck x Marriken de jaarlijkse opbrengst uit de helft van het land genaamd “dat Galgengoir” verkopen aan
Henrick Heijkijnck x Griete”. (ik citeer Gerda Rossel op de site van Oud Vorden) Er was bewoning, handel, en dus waren er wegen!
Hoe anders is het 60 jaar later, in 1832, als het kadaster voor het eerst een nauwkeurige opname maakt van het landgebruik. Het huidige wegenstelsel is al goed te herkennen.
(Als je op de link klikt, opent in een nieuw venster de kadastrale kaart van 1832 voor het gebied ten noord-oosten van Vorden. Het kerkhof, paars, spring direct in het oog.)
detail Hottinger-kaart
Klik op de kaart voor een vergroting
in het nieuwe tabblad.
Het noorden is links.

Zo zien we van het kasteel Vorden een weg naar het noorden lopen die zich na zo’n 800 m splitst in een een weg links naar Laren en een weg rechts naar Lochem. Tussen die splitsing is in 1828 de begraafplaats aangelegd. Begraven bij of in de kerk was niet langer toegestaan.

Heel mooi is dat die splitsing, hoewel niet meer bestaand, nog steeds te zien is. Ga op de Kerkhoflaan in Vorden staan bij het kombord en kijk richting de begraafplaats. Links ligt een driehoekig stukje bos waarvan de schuine kant precies aansluit op het begin van de Galgengoorweg. Hier liep de Larenseweg dus. Hij begon hier op dit punt. Je komt langs deze weg nog steeds in Laren. Het heet nu Larenseweg vanaf het Lekkebekje tot aan de gemeentegrens en gaat dan verder als Oude Vordenseweg.

Van de Lochemseweg naar rechts zie je nu niets meer, maar verderop aan de Oude Zutphenseweg begint achter een witte slagboom de Grote Veldweg, precies op het tracé van de Lochemse weg. Op het stuk bij de drinkwaterwinning van Vitens na is deze Lochemseweg nog intact, al heet hij achtereenvolgens Grote Veldweg, Vordense Binnenweg en Gageldijk.
Al zie je ter plaatse alleen nog maar gras, op de satellietfoto van 2018 hiernaast (klik op de foto voor een vergroting) is de loop van de weg door het weiliand nog vaag te herkennen.

Omstreeks 1970 heeft de straatnamencommissie van de
gemeente Vorden de Galgengoorweg en andere wegen
Kerkhoflaan, Larenseweg en Lochemseweg
hun naam gegeven. Wegen zonder naam werden benoemd. Maar het eerste stuk van deze weg wás dus al de Larenseweg, al minstens sinds het begin van de 19e eeuw. Nu wordt de Larenseweg pas verderop benoemd, bij de kruising met het Lekkebekje, terwijl de Galgengoorweg langs die kruising doorloopt. Dat had andersom moeten zijn.
Ja, de Galgengoorweg is dus 650 m te lang.

Naamsverwijzing

Zoals zovele wegen in de omgeving verwijst de naam van de Galgengoorweg dus waarschijnlijk naar de oude boerderij “dat Galgengoir”. De precieze locatie van die boerderij is helaas niet meer te achterhalen. Vermoedelijk lag hij aan de oostkant in het gebied dat nu begrensd wordt door de Enzerinckweg in het westen, de Oude Borculoseweg in het noorden, de Wientjesvoorseweg in het oosten, en doorgaand tot ten zuiden van de Galgengoorweg. Waarmee we nog steeds niet weten hoe het haast onverenigbare galg en goor toch samengekomen zijn.
Een Goor is een laag gelegen land, een broekland, een moeras.
Je zou denken dat de hei bij het goor vruchtbaarder is dan op de rest. Daar tekende Hottinger drie boerderijen in. De rest van de hei is leeg.
Op de (online ingekleurde) kadastrale kaart van 1832 zie je direct op het aangegeven stuk weides en akkers op kleuren in de verder grijze hei.
Jammer dat de locaties op beide kaarten helemaal niet met elkaar overeenkomen.
Hoogtekaart AHN.nl

De ligging van het goor is op de huidige digitale hoogtekaart nog goed te zien. Zie het detail hieronder. Klik erop voor een vergroting
Blauw is laag (11 tot 11,25 m+NAP) en vroeger dus nat, rood is hoog (14 m+NAP), groen en geel zitten daartussenin.

Putgalg

De galg kan natuurlijk een putgalg zijn; een constructie om de putemmer op en neer te bewegen. Maar putten met galg kwamen algemeen voor. Waarom zou er specifiek en alleen hier een boerderij naar vernoemd zijn?

Gewas

Het galg in de naam kan ook afkomstig zijn van het gewas Galgeil, schrijft Aad van de Kamer in een mooie naamverklaring.
Galgeil heet tegenwoordig Spurrie. Tot 1900 werd het op zandgrond ingezaaid na de oogst van rogge. Door het snelle kiemen en groeien gaf het voor de winter nog een tweede opbrengst als voer voor de koeien. Het grote nadeel was dat het massaal zaad vormde waardoor het bouwland bijna niet meer was te gebruiken voor andere teelten.
Dus het gebied met de stukken landbouwgrond kreeg door de weelderige groei van Galgeil de naam Galgeil Goor. Het pad door het Goor zal langzamerhand een weg zijn geworden, en dat de naam is aangepast.




Strafwerktuig
Spurrie
foto: Rasbak, Wikipedia
Galg kan ook afkomstig zijn van het strafwerktuig. Maar juist dan is de combinatie van galg en goor een zeer onwaarschijnlijke.
Een galg is een strafwerktuig voor het ophangen van misdadigers.
De galg werd meestal niet gebruikt om de misdadiger ter dood te brengen. De galg was een instrument om aan den volke te tonen dat misdaad bestraft werd: Gedraag je anders eindig je hier! Een ter dood veroordeelde werd bijvoorbeeld geradbraakt, gevierendeeld of onthoofd, waarna de resten aan de galg werden gehangen. Dat was ook omdat een misdadiger niet op gewijde grond begraven mocht worden. Na enige tijd blootstelling aan weer, wind en aaseters werden de resten onder de galg begraven. Een galg werd geplaatst op een hoogte, of bij het ontbreken daarvan, op een plek waar veel volk langs kwam. Bij veel plaatsen zijn dan ook galgenbergen of galgenbulten. Daar stonden eens de galgen. In Lochem stond de galg op de Paasberg, vanuit de hele stad zichtbaar.
Bij Borculo stonden de galgen in het Galgenveld, tegenover de Lebbinkbrugge, pal aan een belangrijke en drukke handelsweg.
Volgens Willie Velhorst (van De Poelert, Galgengoorweg 3) stond er een galg in het Galgengoor. Die hoorde bij een herberg aan de Larenseweg, waar ook recht gesproken werd. Ik heb helaas niets over zo’n herberg kunnen vinden.
Haar moeder, Hanna Voskamp, wees journalist Henk Brummelman in “Zomerkrant 1987” de plek aan: “Het is hier iets verder langs de beek, op de plaats waar drie dennenbomen bij elkaar staan.” Zo ongeveer de laagste plek die je in de omtrek kunt vinden.
Er zijn aktes uit 1499 en 1504 die aan Johan van Wisch op de Wildenborch (die als roofridder bekendstaat) het galgrecht toekenden. Volgens A.C.W. Staring zou Johan van Wisch zijn recht bevestigd hebben met het planten van een galg.
Als ik de geschiedenis goed lees meen ik te begrijpen waarom hier dan toch een echte galg moet hebben gestaan.
Dit is politiek.

Galgrecht

Het galgrecht of hoge gerecht was de bevoegdheid tot de rechtspleging in halszaken.
Op de site van Oud Vorden, bij Boerderijnamen, Galgengoorweg 0, lees ik: “Afgaande op getuigenverklaringen (“Kondschap der waarheid”) uit 1754 en gestaafd met aktes uit 1499 en 1504 zou de Wildenborch “altijd” het hoge gerecht van galg hebben gehad. In deze aktes werd dit recht toegekend door koning Maximiliaan van Oostenrijk aan Johan van Wisch heer van de Wildenborch, en betrof in eerste instantie de buurtschappen Barchem, ’t Sek (Wildenborch), Wiersscher Broek en Mossel, en vanaf 1504 (toen toegekend door zoon Philips, (RM)) ook de kerspelen Vorden en Ruurlo.
Volgens A.C.W. Staring zou Johan van Wisch zijn recht bevestigd hebben met het planten van een galg, maar waar de galg gestaan heeft is niet overgeleverd, behalve misschien in de onderhavige veldnaam.” Opgesteld door GR.

Roofridder

Uit het geslacht Van Wisch kwamen gerespecteerde bestuurders voort met een machtige positie in het graafschap Gelre. Maar Johan ontspoorde.
Johan van Wisch was heer van de Wildenborg van omstreeks 1480(?) tot 1512 (toen hij vrede moest sluiten met Karel van Gelre), en is vooral bekend als roofridder. Hij stroopte geregeld de wijde omgeving af en wist zich daarna veilig in zijn versterkte kasteel. Wallen en grachten maar vooral het natte veen dat het kasteel omgaf maakten de verschillende belegeringen van De Wildenborch tot heilloze exercities. Dus kon Johan zich lang als roofridder blijven gedragen.
In 1490 werd hij belegerd door Deventer, dat de Wildenborch niet kon nemen, maar wel alle bomen in de omgeving kapten.
Een wraakactie in 1498 van Johan tegen Deventer liep zwaar uit de hand toen zijn ingehuurde krijgsvolk het al snel op een plunderen zette. Ze waren zo slecht georganiseerd dat een stel boeren dit leger kon verslaan. Wie nog niet in het veld gesneuveld was, kwam om onder de handen van de Deventer beulen. Johan had zich wijselijk al teruggetrokken.

Aan deze Johan van Wisch zou nu juist het galgrecht zijn toegekend?



Wapen Van Wisch
Wapen Van Wisch; Wikipedia
Politiek

Dochter Maria van Bourgondië was in 1477 erfopvolger van Karel de Stoute geworden. In datzelfde jaar trouwde ze met de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan, een noodhuwelijk, want Frankrijk had bij het sneuvelen van haar vader direct haar Bourgondie bezet. Ze kon dus wel wat steun gebruiken. Tot het bezit van Maria van Bourgondië behoorden de Lage Landen.
Karel van Gelre (1467-1538), Hertog van Gelre en Graaf van Zutphen 1492 – 1538, verzette zich tegen de feodale heerser op afstand. Hij onttrok het Graafschap Gelre aan het erfrecht van Maria van Bourgondië en haar zoon en erfopvolger Philips.
Johan van Wisch hing juist traditioneel zijn Bourgondische landsvrouw/landheer aan. Bourgondische legermachten hebben hem meermaals uit een beleg van De Wildenborch ontzet.
Karel van Gelre was toen de belegeraar. Hij bestreed Johan van Wisch, als onrust brengende factor in zijn graafschap Gelre en als betwister van zijn heerschappij.
Het toekennen van het hoge gerecht aan Johan van Wisch door Maximiliaan van Oostenrijk was dus een politieke zet in de strijd om Gelre. Door Johan van Wisch tot rechtshandhaver te benoemen werd die macht Karel van Gelre ontnomen, was de bedoeling. Johan van Wisch was echter lang niet sterk genoeg buiten De Wildenborch om Karel van Gelre te weerstaan. Johan van Wisch kon zijn galgrecht onmogelijk uitoefenen.

Hij had het snel begrepen. Nadat een heraut van Maximiliaan de brief op de Wildenborch had afgegeven pakte zich een donkere donderwolk boven de borch samen, die dagenlang bleef hangen. Johan van Wisch beende scheldend en tierend door het kasteel en over de exercitieterreinen, niet wetend wat te doen en boos op alles en iedereen.
Het hoge gerecht dat Maximiliaan hem toegekend had moest hij volgens de traditie aanvaarden met de oprichting van een galg. Maar hij begreep donders goed dat Karel dat niet voor lief zou nemen. Een galg op de Wildenborch, dat was als een rode lap op een stier voor Karel.
Johan begreep ook heel goed dat zijn macht zich niet veel verder uitstrekte dan zijn borch.
Daarbij voelde hij zich gebruikt, misbruikt, in het machtsspel tussen Maximiliaan en Karel. Hij moest erg oppassen niet de eerste te worden aan zijn eigen galg.
Op de zevende dag klaarde het op. Johan begreep hoe hij het op kon lossen. Hij riep zijn mannen bij elkaar en vertelde hun dat ze een galg gingen oprichten, ginder op de heide, midden in het goor, waar niemand ooit komt. Dan zal Maximiliaan dra begrijpen wat ik van zijn machtsspelletje vind en dat ik niet zijn pion wil zijn. En Karel zal snappen dat ik hem niet wil uitdagen, doch slechts aan mijn traditionele verplichtingen wil voldoen.


Opmerkingen

1. De onrust die Johan van Wisch veroorzaakte zou je ook kunnen zien als pogingen van Johan, Gelre op Karel te veroveren teneinde het weer terug te brengen onder het gezag van Bourgondië. Johan had echter niet het geld of het talent om een goed leger in te huren of het goed te trainen, waardoor zijn pogingen weinig succesvol waren. (Maar ja, acties tegen Deventer kunnen daar niet onder vallen, want Deventer ligt in Overijssel)
Toen hij in 1512 vrede moest sluiten met Karel, er een bezettingsmacht op de Wildenborch gezet werd en de vestingwerken gedeeltelijk geslecht, was Johan de verliezende partij, die geen geschiedenis kon schrijven.

2. De akte uit 1499 waarmee Maximiliaan aan Johan van Wisch het galgrecht toekende, is in de samenvatting in het archief gedateerd op 31 april 1499 (dat is haast nog leuker dan 1 april).
In de Gelderse Volksalmanak van 1837 (een tekst van A.C.W. Staring) wordt de brief van Maximiliaan echter op “den laatste Januarij 1499” gedateerd.
Maximiliaan van Oostenrijk was regent voor zijn zoon Philips (1478) omdat moeder Maria van Bourgondië al in 1482 overleden was na een val van haar paard. Maar Philips werd, 16 jaar oud, al in 1494 meerderjarig verklaard en vanaf dat moment met het bestuur van de Lage Landen belast. Maximiliaan bemoeide zich in 1499 nog met de politiek van deze regionen omdat hij vond dat zijn zoon het niet goed deed.